Zoals ik twee weken geleden al schreef was het vandaag tijd voor de photoshoot van Patricia Steur in haar studio in Kockengen. Ieder jaar komt een Pink Ribbon uit: een glossy magazine met daarin aandacht voor alle aspecten van borstkanker. Vele medewerkers en professionals uit de bladenwereld doen hieraan belangeloos mee met als eindresultaat een blad dat gedurende de oktober-borstkankermaand wordt verkocht en waarvan de opbrengsten ten goede komen aan onderzoek aan en projecten over borstkanker. Ook gerenommeerde professionals als Patricia Steur verlenen hun medewerking aan Pink Ribbon, en zo kwam het dat ik deze ochtend om 11.00 uur met Judith in haar studio stond.
Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik nog nooit van haar had gehoord, maar toen ik het Judith twee weken geleden vertelde vernam ik dus dat zij een zeer bekende fotografe is. Door wat gegoogle kwam ik er achter dat ze al 25 jaar in het vak zit en ook al heel wat beroemdheden heeft vastgelegd op de gevoelige plaat (zie ook hier bijvoorbeeld). Het was heel cool om door iemand gefotografeerd te worden die ook Andy Warhol, Anthony Kiedis, Keith Haring en Willy deVille de hand heeft geschud, maar wat vooral zo leuk was, was dat Patricia a) enorm aardig en sympathiek is en b) een grote tattoeagefan is. Gelijk toen ik mijn shirt uitdeed voor de make-up vroeg ze me wat mijn tattoo betekende, waar ik hem had laten zetten en hoe ik op het idee was gekomen. Het logo waarmee haar website opent is in feite hetzelfde symbool dat ik ook op mijn arm heb staan: een krachtige, mythologische vogel. Zij heeft haar vogel op haar onderrug laten tattoeren op traditioneel micronesische wijze: met een soort van houten vorkje in de huid gehamerde inkt (als ik het goed begreep). Toch weer een aanzienlijke graad stoerder.
Nu ben ik nog nooit professioneel gefotografeerd, dus ik had geen idee wat ik kon verwachten. Mijnuitgangspunt was dat zij wel zouden weten wat ze wilden doen, en alsiets mij écht niet zou aanstaan, dan zou ik het wel vertellen. Geen idee of alle fotografen en stilisten en make-up-artiesten zo aardig zijn als de dames die mij hier onder handen nemen: maar zij waren het in ieder geval wel. Ik werd eerst vakkundig opgemaakt; dusdanig dat eigenlijk niet te zien was dat ik make-up op heb. Dat lijkt zinloos, maar schijnt er op de foto stukken beter eruit te zien. Vervolgens kreeg ik de kleding aangereikt. Uiteindelijk toch geen pak, maar een erg mooie zwarte spijkerbroek, een bloes en een prachtige leren jas, die me erg goed stond en die ik nooit en te nimmer zelf zou kunnen betalen (zonder daarvoor een maand honger te moeten lijden).
Toen deze voorbereidingen waren getroffen werd ik op een krukje geplaatst en na wat proefopnames werden de foto’s gemaakt. Al met al een werkje van tien minuten, waarin ik vooral mijn hoofd en ogen diverse kanten op moest draaien en al of niet moest lachen. Daarna gingen met met z’n drieën (Patricia, Judith en ik) kijken welke foto’s het meeste geslaagd waren. Uiteindelijk zijn er zes foto’s geselecteerd die naar uitgeverij Sanoma gestuurd gaan worden om bij het interview geplaatst te worden. Eerst zal Patricia ze nog retoucheren en omzetten naar zwartwit, en dan in september zullen we zien of ik echt zo fotogeniek ben als mij verteld werd dat ik was.
Een leuk avontuur al met al, en eindelijk een kans om al die media-aandacht die Judith al heeft gekregen eens te evenaren :). Daarnaast is het gewoon een gaaf idee om deel te hebben uitgemaakt van zo’n grotegroep betrokkenen met een positief einddoel, namelijk om borstkanker blijvend onder de aandacht van het Nederlandse volk te brengen, en natuurlijk een uniekepersoonlijke ervaring om met mijn verhaal (en smoelwerk) dit doelte kunnen verwezenlijken.