Zo nu en dan vul ik een online vragenlijst in. Het is meestal stomvervelend, maar er bestaat een kansje dat je er iets mee wint, en ik vind het belangrijk dat er ook leden van de niet-mainstream zijn die hieraan meedoen. Eergisteren kreeg ik er weer eentje toegestuurd, en tot mijn grote interesse ging deze over geluk: een boeiend onderwerp en voor mij zeer actueel de laatste tijd.
"Welke commerciële producten associeert u met geluk?" was de eerste inhoudelijke vraag die gesteld werd. Een open vraag, waarin ik mocht invullen wat ik maar wilde. Wat een fascinerende vraag. Ten eerste omdat ik natuurlijk geen enkel commercieel product kan verbinden met geluk. Producten zijn dingen waarvan je geniet, of nuttigt, of gebruikt, maar een geluksgevoel verbind je niet met een product, hoogstens met een gebeurtenis, en dan vaak verbonden met een bepaald persoon. Maar het meest fascinerende vond ik dat er daadwerkelijk reclamemakers zijn die hun product via hun uitingen verbinden met geluk. Door beelden, muziek, geluid van gelukkige momenten te verbinden met een product, geef je mensen het idee dat het nuttigen van dat product een geluksgevoel teweeg brengt. Wat een walgelijk, kortzichtig en misleidend idee. En helaas blijkt een dergelijke aanpak maar al te goed te werken.
Ik ben erg bezig met invloeden uit de reclame de laatste tijd. Niet dat ik er zelf zoveel last van heb, behalve ergernis over de oppervlakkigheid en de effectieve gewiekstheid die reclame nu eenmaal hanteert, maar vooral omdat ik over een jaar of twee à drie in de opvoeding te maken zal hebben met reclame. Reclame zal full force gelanceerd worden op mij en Judith, want ouders met kinderen zijn een gigantische doelgroep in de commerciële wereld. Kids Sell, en niet zo’n beetje ook.
En hoe verstandig je als ouders ook bent, door je kind zo min mogelijk TV te laten kijken, niet naar McDonald’s te gaan, niet of weinig te gaan winkelen met een kind, weinig internet en alleen onder toezicht, enzovoorts, zal een kind in zijn klas of op het dagverblijf toch in aanraking komen met kinderen die wel onder invloed staan van de commercie, en dus elke week een andere speelgoedtrend volgen, de zoveelste incarnatie van Spongebob, Bob de Bouwer, kabouter Plop en K3. Het liefste houd ik mijn kind er zo ver mogelijk bij vandaan, maar ik wil ook geen hardvochtige opvoeder worden met een dochter die hoe langer hoe meer vervreemd raakt van haar omgeving. Moeilijke dilemma’s, en pas te tackelen als je daadwerkelijk voor de situatie staat.
Voorlopig zal ik de opvoeding daarom maar opbouwen uit momenten van intens geluk. Zoals ik bij één van de laatste vragen invulde (‘Welke momenten zijn voor u geluksmomenten?’): ’s ochtends kijken naar mijn geliefde die nog slaapt, zachtjes over haar zwangere buik aaien en je kind voelen woelen, in een flow raken tijdens het sporten en de muziek in je oren intenser beleven dan ooit tevoren, op vakantie op een bergtop staan, het dal onder je zien uitstrekken en je bewust zijn van de uitgestrektheid en zielverdovende pracht van de natuur, een begeleidingsgesprek met een stagiair waarin je een belangrijk kwartje ziet vallen.
Wat ik niet invulde, maar binnen afzienbare tijd wel verwacht, zijn deze geluksmomenten: mijn dochter haar vingers om de mijne te zien grijpen, de blik van volledig vertrouwen te zien in haar ogen als ze in bad gaat, mijn dochter in bed te zien slapen, mijn dochter in de armen van de liefde van mijn leven in slaap zien vallen, haar eerste glimlach, woordje, bewustzijn van de controle die ze op haar lijf heeft, schijnbare focus op één van haar ouders, de eerste keer papa zeggen. De zorgen komen later wel.