Maandelijks archief: november 2009

Mexicaanse Prik

Niet gek gemaakt door de hype, en kritisch tegenover overmedicatie, hebben we toch besloten om ons in te laten enten tegen de Mexicaanse Griep. Helaas behoren wij met een baby onder de zes maanden tot een risicogroep en zouden wij het ons nooit vergeven als Siri besmet raakt door ons en om die reden blijvende aandoeningen krijgt aan bijvoorbeeld haar longen. Judith en ik hebben onze eerste prik twee weken geleden al gehaald, maar Ida moest vandaag. Zoals het een ware Ida betaamt gaf ze geen prik-kik en onderging ze het hele proces stoïcijns en met de gezonde belangstelling van een anderhalfjarige. En daarna lekker naar het kinderdagverblijf, waar het uitzonderlijk rustig was, want het merendeel van de kindjes stond waarschijnlijk nog in de sporthal, ondanks het uitblijven van grote rijen.



Vind de verschillen

Een klein jaar geleden was de schoolfotograaf bij het kinderdagverblijf van Ida en een week geleden weer. Onderstaande foto’s zijn het resultaat van beide bezoekjes, ik stel voor dat u zelf bepaalt welke de meest recente is.

Nu onze dagen zijn gevuld met het heen en weer rennen tussen onze dochters, is het onmogelijk om niet hier en daar wat vergelijkingen te trekken. Waren we er op de dag van de geboorte van overtuigd dat Siri sprekend op Ida leek, tegenwoordig zien we eigenlijk voornamelijk verschillen. En toch zet de verzorging van Siri veel herinneringen aan Ida voorin het brein. De jankjes en kreetjes die beide dames slaakten als ze krampjes hadden, de hortende en stotende manier waarop een huilbui zich aankondigt en waarmee je weet dat je als de sodemieter een fles in elkaar moet draaien, het vele heen en weer lopen met een dochter op de armen/de schouder/in de kinderwagen. Hoeveel kilometer hebben we wel niet afgelegd ondertussen, al ijsberend (IJS! roept Ida bij de ijsbeer) door de kamer?

En het stemt je vreselijk melancholiek, om je te beseffen dat 16 maanden geleden we dezelfde kromme beentjes moesten bedwingen om Ida de luier te verwisselen, we dezelfde flesjes maakten, haar voor een deel dezelfde kleertjes aandeden, en dezelfde geluksmomentjes hadden op het moment dat ze lekker tegen ons aan kroop en in slaap viel. En nu, alweer bijna 18 maanden na haar geboorte, loopt Ida door ons huis alsof ze nooit iets anders deed, haar vocabulaire groeit met de dag, ze heeft haar eigen vaste programma’s, zoals alle lampen aanwijzen die licht geven, hetgeen een hele klus is als je het Rapenburg affietst, of borden en bekers als leeg markeren met de gevleugelde woorden ‘ap’. En gisteren kregen we tot overmaat van ramp het bericht dat ze vanaf 1 januari al naar de peutergroep gaat op het kinderdagverblijf. Normaal gebeurt dit pas rond de tweede verjaardag, maar klaarblijkelijk (we hebben nog geen verklaring gekregen, dus hier is het nog raden) is ze groot genoeg om met onder meer haar vriendjes Tijl, Gijs en Rienk de overstap naar de grote kindjes te maken!

Kleine kinderen worden groot, en natuurlijk voel ik de nodige trots als Ida al zo vroeg geschikt wordt geacht om met grotere kinderen te interacteren (ze speelt regelmatig al een ochtendje of middagje beneden), en op een ruimte komt waar faciliteiten zijn waar ze over een tijdje op de wc mag zitten. Maar het gaat ook zo ontzettend snel. Voor je het weet gaat ze naar school, komt ze met vriendjes thuis, en bezoekt ze je met haar kinderen in je bejaardenwoning. Hè, het lijkt wel of dat hele oudergedoe alleen maar met behulp van clichés is uit te drukken. We moeten het er maar voor over hebben, want al gaf je me een miljard, nog zou ik deze dametjes nooit en te nimmer uit mijn leven willen verwijderen.

Voor de goede orde: links is Siri en rechts is Ida op nagenoeg dezelfde leeftijd.

Van moment tot moment

Dat we in een maalstroom van gezinsleven terecht zouden komen, dat hadden we wel zo’n beetje verwacht, maar het is onmogelijk om je een voorstelling te maken van de omvang van die maalstroom. Het is een dagtaak om alle ballen zo’n beetje in de lucht te houden, beide meisjes genoeg aandacht, liefde, eten en schone luiers te geven, maar het is het allemaal waard. De momentjes met Siri op schoot, al of niet met fles, het zien hoe Ida haar zusje adoreert, al heeft ze best zo nu en dan haar moeilijke momentjes als ze niet exact dat kan doen wat er in haar hoofdje omgaat (en wanneer kan dat nou voor u en ik?). De nachtelijke sessies, die Judith en ik uiteraard in ploegendiensten uitvoeren, en die ons desondanks toch beetje bij beetje slaapgebrek opleveren, maar die ook resulteren in een uur met een kleine, warme baby op schoot, die haar ogen de kost geeft (en maar niet gaat slapen, ook al wil jij dat zo graag), kronkelige bewegingkjes doet, zachtjes snurkt of ademhaalt en uiteindelijk in het volste vertrouwen in slaap valt. De tocht door het huis naar haar slaapkamertje, het in de wieg leggen, en daarna flesjes schoonmaken en dankbaar weer in bed kruipen met je slapende gade.
We wisten het niet, en al hadden we het geweten, dan was er niets anders geweest, ook dan was Siri gekomen, mochten we haar welkom heten, en stuurden we onderstaande kaartjes de wereld in, met hetzelfde ontwerp als het kaartje van Ida, maar met andere tekst, foto en kleuren uiteraard.