Maandelijks archief: maart 2010

Ida het meisje

En natuurlijk is ook Ida ook al een meisje, meer al dan Siri, die strikt genomen nog erg een blob is zonder bijzonder veel interactie behalve glimlachjes en flessen melk. Nee, interactie is het toverwoord met Ida vandaag de dag; een onuitputtelijke stroom woorden en bijna-woorden en nog-lang-geen-woorden-maar-wel-veel-urgentie verlaten haar mond en voorzien ieder moment met haar van een lopend commentaar en bijbehorende instructies. Nog gisteren wist zij mij duidelijk te maken om op youtube te willen kijken naar filmpjes van eendjes, nee, poesjes, nee poesjes buiten, nee poesjes in een doos, nee poesjes úit de doos en nú er weer in, ín, ín! Haar aandacht fladdert de hele kamer rond en zijzelf daar achteraan. Het is moeilijk om Ida vast te pinnen, en eigenlijk is het bij haar dan ook onbegonnen werk om een kijkje in haar toekomst te nemen, maar we doen het lekker toch!

Als Ida wat ouder is, is haar drijvende kracht nog steeds de nieuwsgierigheid, en de bevestiging die ze daar nog voor nodig heeft. Het zal voor haar niet heel moeilijk zijn om vriendjes en vriendinnetjes te maken, maar ook die vriendschappen zullen zijn gebaseerd op (wederzijdse) nieuwsgierigheid. Wat zal de ander nu eens gaan doen of verzinnen? En de interactie is dan ook gebaseerd op doen, en pas daarna op uitwisselen. Het zal me niets verbazen als Ida een meisje is dat wél in zeven sloten tegelijk loopt, aangezien die sloten barsten van uiterst interessante levensvormen die gevangen en bestudeerd moeten worden. Ida zal graag op avontuur gaan, en als zij niet uitvoerig geïnstrueerd wordt zal ze op avontuur blijven, en pas ver na etens- en zelfs bedtijd thuiskomen, vrees ik. Ida kent geen grenzen en geen beperkingen en geen angst en daarom is ze ook zo leuk om bij in de buurt te zijn.

Op school zal Ida prima meekomen, ze is slim en geïnteresseerd, maar het zal wel afhangen van de leraar of lerares of ze oplet of niet, want ze moet meegetrokken worden in het verhaal, anders gaat ze dagdromen en zit ze mijlenver met haar gedachten en aandacht. Boos zal een leraar er niet om worden, want niemand kan iemand zo goed ontwapenen als Ida met haar glimlach en stralende ogen, maar dit zal regelmatig onderwerp van gesprek zijn op de ouderavonden op school.

Vaste hobby’s zal Ida niet gauw hebben, eerder gaat ze snel van de ene sport op de andere, dan weer op toneel, dansen, of waar haar pet maar naar staat. Als er al een vaste hobby zich zal ontwikkelen, dan eentje die zichzelf keer op keer weer voedt, of waarmee ze veel afwisseling zal hebben. Teamsports zijn niets voor Ida, en ze is veel te eigenwijs om zich al te veel te laten sturen door een coach. Ik zie haar eerder doen aan vrijere expressie als dans of muziek, al weet ik niet of ze geduldig genoeg zal zijn om alle basisvaardigheden aan te leren voordat zich weer wat nieuws of interessants aandient.

De opvoeding van Ida zal zich richten op het aanleren van geduld en volharding. Haar trainen om zo nu en dan een rustpauze te nemen, te denken voor het springen en om eens haar best te doen langer dan vijf minuten (5 jaar), twee dagen (10 jaar) of een week (18 jaar) zich met iets bezig te zijn om te ontdekken dat langdurige ervaring vele nieuwe facetten van interesses, hobby’s en schoolvakken kunnen tonen. En bij Ida zullen we allerlei tactieken ter hand moeten nemen om haar de nodige normen en waarden bij te brengen, want zo stronteigenwijs als zij is, zal zij weinig aannemen wat ze niet zelf heeft ervaren, en met sommige dingen is dat nu eenmaal vrij lastig. Ik voorzie een hoop discussies aan de keukentafel, en verheug me daar ook danig op.

En ook Ida zal eens thuiskomen met uit de kluiten gewassen hompen hormonen in de vorm van jongetjes die met veel moeite haar aandacht zullen willen verwerven. Bij Ida maak ik me daar wat minder zorgen over, gezien de ervaringen die ze nu op het KDV opdoet met alle y-chromosomale bewonderaars die ze gevoeglijk negeert om heerlijk haar eigen gang te gaan, tot ze behoefte heeft aan die aandacht en dan ook geen enkele moeite heeft om die volledig haar ten dienste te laten staan. Kortom: ze zal de jongens om haar vinger winden, en niets doen waarin zij geen zin heeft. Ook bij Ida zal ik klaarstaan met vaderlijk advies wat puberjongens betreft, en ik zal mijn best doen dit zoveel mogelijk in reverse psychology te brengen, want één ding is duidelijk: alles wat Ida hoort zal ze in twijfel trekken en verdraaien in haar eigen voordeel. Een dochter van haar vader, kortom.

Bij Ida kan ik, of denk ik te kunnen, al veel concreter een beeld krijgen van wat voor betweterig, charmant avonturierstertje zij zal zijn over enkele jaren, maar ook bij Ida geniet ik met volle teugen van het moment. Van de dagelijkse nieuwe woorden die zij aanleert, de nieuwe vertragingstactieken om maar niet naar bed te gaan, de nieuwste woedeaanvalletjes omdat ze weer eens niet haar zin krijgt, en de liefdevolle, maar niet langer dan vijf aandachtsseconden durende, omgang met haar kleine zusje. Voorlopig mag Ida nog even lekker een prepeuter zijn en ons verrukken en vermoeien met haar aanwezigheid.

Siri het meisje

Natuurlijk is Siri nu ook al een meisje. Een exemplaar van 5 maanden oud en twee dagen, dat lacht en draait en kreunt en poept en eet en op allercharmantste wijze iedereen voor zich inneemt door te pas en onpas een schandalig prachtige glimlach op te zetten waarmee zelfs het steenkoudste hart het smeltpunt bereikt. Een exemplaar dat tevreden door het leven gaat, wat onregelmatig slaapt overdag, maar dit ’s nachts volledig revancheert door meer dan het klokje rond te slapen. Een exemplaar dat op geheel eigen wijze haar plekje in het gezin heeft gevonden en ingenomen en niet meer is weg te denken. Zo’n exemplaar.

Maar wie zal zij zijn over vijf jaar, over tien jaar, over zeventien jaar en zeven maanden? Een pak tarotkaarten, een glazen bol, de teletijdmachine van professor Barabas, we kijken er niet naar om, maar trachten de toekomst te abstraheren uit het heden en het verleden. Gissend zien we een sociaal meisje voor ons, dat een scala aan vrienden om zich heeft verzameld, elk weekend logeert of logeergastvrouw is, en in de klas zowel de juffen als haar klasgenoten voor zich wint. Als ze wilde kon ze ze allemaal om de vinger winden, maar Siri is dienstbaar aan haar vriendschappen. Ze staat voor haar vriendinnetjes en vriendjes klaar, luistert naar ze, speelt op ze in, en weet ze ook te bewegen datzelfde voor haar te doen.

Uiterlijk doet haar niet zoveel, ze draagt leuke kleertjes, weet haar ouders te bewegen schattige en hippe jurkjes of broekjes voor haar te kopen, maar is geen merkenfreak of meeloopster. Tussen wat haar ouders voor haar kopen en wat ze zelf uitkiest, ligt een eigen stijl van kleren die niemand anders past dan haar, maar moeite heeft ze daar niet voor gedaan. Een borstel door het haar in de morgen, een tandenborstel over haar gebit en ze is klaar voor de dag. Een natuurlijke schoonheid.

Op school komt ze goed mee. Ze is slim, kan uitstekend luisteren, doet graag mee met projecten of gym, maar zal niet gauw uitblinken in bepaalde zaken. Haar interesse ligt niet in het academische vlak, maar op het sociale. Oudergesprekken gaan dan ook vooral over het kletsen in de les en het ‘iets meer haar best doen’. Ze wil ook best, maar doet het gewoon niet, het is niet belangrijk.

Dansen doet ze graag, ze vindt het leuk als anderen naar haar kijken, en ze vindt het leuk om met anderen te bewegen. Muziek vindt ze heerlijk om naar te luisteren en ze houd van alle muziek, klassiek of pop, alternatief of mainstream, zolang het maar lekker klinkt. Verder zit ze op een teamsport, waarbij ze vooral de uitwedstrijden leuk vindt vanwege de gezellige autoritten ernaartoe.

Siri is een makkelijk kind, dat niet gauw ongehoorzaam zal zijn, of lastig, of humeurig. Opvoeden van Siri zal vooral inhouden haar een beetje te harden tegen teleurstellingen. Haar leren niet mee te lopen met anderen maar haar eigen ideeën te ontwikkelen. Eerlijk te zijn tegenover vrienden, ook al doet dat soms pijn om te doen of om eerlijkheid te horen. Haar te leren haar vertrouwen in de wereld te koesteren. Soms heeft ze een schop onder de kont nodig of een peper in de reet op het gebied van school en huiswerk, maar op alle andere vlakken zal ze juist een beetje afgeremd moeten worden, anders gaat ze veels te veel verplichtingen aan en komt ze niet genoeg toe aan zichzelf.

En dan de grootste zorg die een ouder kan hebben: met wat voor vriendje of vriendinnetje komt Siri thuis? We gaan er even gevoeglijk van uit dat ze met een mannelijke partner thuis komt, en dat ze met een partner thuis komt nogal waarschijnlijk zijn, want zo’n allemansvriendin is uiterst aantrekkelijk om het hof te maken, en al die aandacht zal zeker ook in goede aarde vallen, vrees ik. Als ouders sta je daarin vrij machteloos. Al eerder schreef ik over angstvisioenen van pukkelige pubers die serenades brengen onder ons nachtelijk raam of zwetend en angstig voor de deur staan in de hoop een glimp van onze pareltjes te mogen opvangen en vooral Siri zal daar maar al te blij mee zijn. Uiteraard zullen we haar in de opvoeding de nodige voorzichtigheid leren in de trant van ‘jongens denken maar aan één ding’, maar met enig angst en beven zien we deze periode wel tegemoet. De nu bedachte taktiek is er één van ophemelen tot het jongmens erbij neervalt en dat Siri zich wel geroepen móet voelen om enkele relativerende opmerkingen te maken over dat die jongen nou toch ook niet zó bijzonder is. Om dan quasi onschuldig te verzuchten dat als het écht haar keuze niet is, dat wij dan de knul met tranen in onze ogen de deur zullen wijzen en hopen dat het volgende pukkelige exemplaar wél schoonzoonfähig is voor ons lieve Sirike.

En zo worden kleine meisjes groot, en denkend aan al die jaren van peuter-, kleuter-, pre- en echte puberteit acht ik mijzelf een gelukkig mens als ik onze vijf maanden oude baby nog lekker tegen me aan mag houden, mag overstelpen met kusjes en liefdesuitingen en voorzien van schone luiers en royale flessen melk. Het leven mag nog even simpel zijn.