Bij het opleveren van de eerste flats bleek dat de werkelijkheid hardnekkiger was dan de idealenvan de gemeente Amsterdam. Want in die periode werden ook de grotewoonwijken in Almere en Purmerend opgeleverd en wat bleek? Mensenwoonden liever met hun gezinnetje in een huis met een tuin, met deauto veilig voor de deur, dan in een kale, winderige flat in een wijkwaar het nog jaren onrustig zou zijn met bouwverkeer en nognauwelijks openbaar vervoer (de metro zou pas in 1973 verschijnen).Dus de flats bleven leegstaan. Om het financiële debacle nog eenbeetje te temperen werd er bezuinigd op veel van de mooie plannen. Erkwam geen dure laagbouw tussen de flats, er kwamen geen winkeltjes,de parkeergarages bleven achterwege en een beetje kort door de bochtbleven er slechts wat kale flats achter, met maar weinig bewoners.
Diesituatie bleef zo’n beetje bestaan tot 1975. Toen werd Surinamezelfstandig, en veel inwoners van dat land zagen de toekomst in eennieuw en onervaren land niet zo zitten. Daarom besloten zij teverhuizen naar de hoofdstad van het rijk waarin zij al die jarenhadden geleefd: Amsterdam. Een stad die zich niet goed raad wist metal die mensen, en ze daarom in al die prachtig leegstaande flats inde Bijlmer dumpte. Op zich geen slechte oplossing, ware het niet datal die mensen uit Suriname niet zo goed raad wisten met het wonen inNederland. Ik zeg niet dat het voor iedereen gold, maar het gebeurde dat mensen hun vuilnis over de rand van het balkon gooiden. Hetgebeurde dat ze vuurtjes stookten in de woonkamers om hun eten tekoken. Het gebeurde dat ze niet wisten waar een WC of een douche voorwas. En probeer mensen maar eens uit te leggen dat werkelozeninderdaad een uitkering kunnen krijgen, maar dat het natuurlijk welde bedoeling is dat je je best doet om een baan te vinden (als je dieal vond natuurlijk in die tijd). En met een flinke depressie voor de deur,probeerde de gemeente ervan te maken wat ze kon, stuurde een legertjewelzijnswerkers erop af, die maar moesten zorgen dat de nieuwebewoners van de Bijlmer zich een beetje aan de regels hielden.
Allesbij elkaar een mooi recept voor een achterstandswijk, en zoontwikkelde de Bijlmer zich ook: tot een een wijk waarin veelwerkeloosheid was, veel kansloosheid, laaggeschoolde mensen, veeleenoudergezinnen, kinderen die met weinig structuur werden opgevoed,met taalachterstand, met ontwikkelingsachterstanden, jongeren dieweinig goede voorbeelden in hun omgeving zagen, veel illegalen, veelcriminaliteit, etcetera. Deze situatie bleef zo bestaan gedurende dejaren tachtig, en er werd eigenlijk weinig gedaan om hier veranderingin te brengen. De Bijlmer werd wel uitgebreid met o.a. de gebiedenGaasperdam en Gein, waarin (want dat hadden ze ondertussen welgeleerd) voornamelijk laagbouw werd gebouwd, de Amsterdamse Poortwerd gebouwd, inclusief een redelijk aantrekkelijke locatie voorbedrijven, waaronder het hoofdkantoor van de ING-bank waarmee er een prestigieus gebouw op de kaart werd gezet van het architectenbureau Alberts& Van Huut. Maar de achterstanden en alle illegaliteit en criminaliteit bleven.
(wordt vervolgd)
Goh, jij hebt de afgelopen dagen ook niet stil gezeten met bloggen 😉
Dank je voor je logjes over de Bijlmer. Ze geven me in korte tijd heel veel info over een deel van onze hoofdstad waar in eigenlijk nooit kom. Niet zo zeer vanwege de heersende vooroordelen, maar gewoon omdat ik er niets te zoeken heb. Ik kijk al uit naar het volgende deel!