…Siri. Dinsdagochtend 13 oktober 2009 om 07.35 uur maakte jij ons gezin compleet.
Categoriearchief: Nummer Drie
Ida
Nee
Uren, minuten en dagen slepen zich voort, en die arme Judith heeft steeds meer te verduren. Nummer Drie wordt steeds zwaarder, en beweegt te weinig, of juist te veel en te heftig. Op een afstandje kan ik alleen maar kijken en erbij staan hoe ze pijn heeft in haar liezen, soms dubbelklapt van de buikkrampen, en als dat nou nog allemaal tot weeën zou leiden, dan zou het nog acceptabel zijn, maar er gebeurt niets van dat alles.
De uitgerekende dag is voorbij, de zondag van de Marathon (waarbij we bang waren dat we niet door de afsluitingen heen zouden komen) is voorbij, volle maan is voorbij (dat was vannacht), en Nummer Drie heeft zich nog niet aangekondigd. Het rommelt wel, maar meer dan dat ook niet. En elke keer als we in het ziekenhuis zijn voor controle, houdt de kleine zich lekker rustig (maar vertoont verder prima elk gewenste teken van leven, dus geen zorgen daar). Een kleine troost: stiekem hadden we gehoopt dat Nummer Drie geen Stier zou zijn, maar een Tweelingen, net als Judith. Natuurlijk was een klein stiertje net zo welkom geweest, maar een mens mag toch hopen, nietwaar? Maar vanavond om 18:01 springt de zon over van Taurus tot Gemini en een Tweelingen wordt het dus.
Dus: nog maar weer even geduld betrachten. Paardenmiddelen weten we niet meer, dus berusten is het enige dat we nog kunnen. Voor mij is dat betrekkelijk makkelijk. Ik kan naar mijn werk, ook al staan mijn werkzaamheden op een laag pitje wegens mijn gebrek aan concentratie. Maar Judith moet thuis in haar eentje tegen de muren oplopen. Kom maar uit je bol, Nummer Drie!!
Tik Tak Tik Tak
En langzaam tikken de uren en minuten van 15 mei weg, en de kans is ondertussen wel erg miniem geworden dat Nummer Drie op haar voorspelde verjaardag geboren zal worden. Judith heeft een té aangenaam huisje gemaakt voor haar, en Nummer Drie zal daar zo lang als maar mogelijk is in blijven zitten. Tsss, eigenwijs kind.
In de tussentijd maken we de minuten vol. Op mijn werk voer ik mijn werkzaamheden in ongeveer het dubbele van de normale tijd uit, niet alleen door het gebrek aan concentratie, maar ook omdat al mijn collega’s mij vriendelijk doch voortdurend vragen hoe lang het nog gaat duren.
Om het wachten te veraangenamen daarom maar een schattig plaatje van een kameel met haar dochter dat wij zondag schoten in Zoetermeer.
To be continued….
Nog acht dagen?
De onbewuste zenuwen zijn zo’n beetje opgehouden met gespannen te zijn, en sinds een paar dagen zijn het de bewuste zenuwen die een plekje vooraan opeisen. Vrijdag stond Judith naast me, en kreeg ze opeens een stekende pijn in haar lies. Alle zorgvuldig voorbereidde processen traden in werking: ‘god ik heb de tas nog niet ingepakt’, ‘wat is er moet je niet zitten’, ‘nu gaat het gebeuren het einde van mijn leven-voor-een-kind’, ‘hoe moest je ook alweer helpen met puffen’, ‘he he eindelijk’, etcetera. Gelukkig bleek het vals alarm, maar ik merk dat de ingebouwde reflexen zich nu niet meer laten wegdrukken.
Voortdurend ben ik in de stress, iedere trilling van mijn telefoon kan Judith betekenen die mij meedeelt dat de eerste wee toch echt van start is gegaan. Op mijn werk zit ik niet meer lekker, en het helpt ook al niet dat er geen zak te doen is deze week: al vier weken zijn mijn werkbestanden onvindbaar, en niemand kan me vertellen of en wanneer ze terug komen. Maar thuis zit ik al helemaal niks te doen, al wil ik natuurlijk wel graag bij Judith zijn. De afgelopen anderhalve week had ik lekker vrij, en de laatste regeldingetjes zijn nu wel, eh, geregeld. Rest dus niets dan wachten. Wachten. Wachten. Wachten…
Geluk
Zo nu en dan vul ik een online vragenlijst in. Het is meestal stomvervelend, maar er bestaat een kansje dat je er iets mee wint, en ik vind het belangrijk dat er ook leden van de niet-mainstream zijn die hieraan meedoen. Eergisteren kreeg ik er weer eentje toegestuurd, en tot mijn grote interesse ging deze over geluk: een boeiend onderwerp en voor mij zeer actueel de laatste tijd.
"Welke commerciële producten associeert u met geluk?" was de eerste inhoudelijke vraag die gesteld werd. Een open vraag, waarin ik mocht invullen wat ik maar wilde. Wat een fascinerende vraag. Ten eerste omdat ik natuurlijk geen enkel commercieel product kan verbinden met geluk. Producten zijn dingen waarvan je geniet, of nuttigt, of gebruikt, maar een geluksgevoel verbind je niet met een product, hoogstens met een gebeurtenis, en dan vaak verbonden met een bepaald persoon. Maar het meest fascinerende vond ik dat er daadwerkelijk reclamemakers zijn die hun product via hun uitingen verbinden met geluk. Door beelden, muziek, geluid van gelukkige momenten te verbinden met een product, geef je mensen het idee dat het nuttigen van dat product een geluksgevoel teweeg brengt. Wat een walgelijk, kortzichtig en misleidend idee. En helaas blijkt een dergelijke aanpak maar al te goed te werken.
Ik ben erg bezig met invloeden uit de reclame de laatste tijd. Niet dat ik er zelf zoveel last van heb, behalve ergernis over de oppervlakkigheid en de effectieve gewiekstheid die reclame nu eenmaal hanteert, maar vooral omdat ik over een jaar of twee à drie in de opvoeding te maken zal hebben met reclame. Reclame zal full force gelanceerd worden op mij en Judith, want ouders met kinderen zijn een gigantische doelgroep in de commerciële wereld. Kids Sell, en niet zo’n beetje ook.
En hoe verstandig je als ouders ook bent, door je kind zo min mogelijk TV te laten kijken, niet naar McDonald’s te gaan, niet of weinig te gaan winkelen met een kind, weinig internet en alleen onder toezicht, enzovoorts, zal een kind in zijn klas of op het dagverblijf toch in aanraking komen met kinderen die wel onder invloed staan van de commercie, en dus elke week een andere speelgoedtrend volgen, de zoveelste incarnatie van Spongebob, Bob de Bouwer, kabouter Plop en K3. Het liefste houd ik mijn kind er zo ver mogelijk bij vandaan, maar ik wil ook geen hardvochtige opvoeder worden met een dochter die hoe langer hoe meer vervreemd raakt van haar omgeving. Moeilijke dilemma’s, en pas te tackelen als je daadwerkelijk voor de situatie staat.
Voorlopig zal ik de opvoeding daarom maar opbouwen uit momenten van intens geluk. Zoals ik bij één van de laatste vragen invulde (‘Welke momenten zijn voor u geluksmomenten?’): ’s ochtends kijken naar mijn geliefde die nog slaapt, zachtjes over haar zwangere buik aaien en je kind voelen woelen, in een flow raken tijdens het sporten en de muziek in je oren intenser beleven dan ooit tevoren, op vakantie op een bergtop staan, het dal onder je zien uitstrekken en je bewust zijn van de uitgestrektheid en zielverdovende pracht van de natuur, een begeleidingsgesprek met een stagiair waarin je een belangrijk kwartje ziet vallen.
Wat ik niet invulde, maar binnen afzienbare tijd wel verwacht, zijn deze geluksmomenten: mijn dochter haar vingers om de mijne te zien grijpen, de blik van volledig vertrouwen te zien in haar ogen als ze in bad gaat, mijn dochter in bed te zien slapen, mijn dochter in de armen van de liefde van mijn leven in slaap zien vallen, haar eerste glimlach, woordje, bewustzijn van de controle die ze op haar lijf heeft, schijnbare focus op één van haar ouders, de eerste keer papa zeggen. De zorgen komen later wel.
Kids sell
Het ballenbad bij de McDonald’s, Smalland in de Ikea, microwinkelwagentjes en Smurfen bij de AH, een kinderstoel in een restaurant, een kinderopvang bij de sportschool. Ouders met kinderen worden gezien als een goede afzetmarkt en dus wordt het ze naar hartelust makkelijk gemaakt om hun zuurverdiende geld uit te komen geven, en onderwijl hun kind te dumpen bij de Disneyvideo, de bak met kleurige, ronde urineverzamelaars en natuurlijk de obligate speelautomaten voor de deur van de winkels. Ik snap de winkeliers wel, die willen de ouders binnen hebben, en weten dat ze ondertussen de kinderen bezig moeten houden. En in zekere zin snap ik ook de ouders wel, die liever naar een winkel gaan waar ze hun kind even kunnen dumpen bij een tevredenhoudautomaat. Maar wat ik zo treurig en verontrustend erachter vind is dat op deze manier de samenleving langzaam maar zeker wordt ingericht op kinderen.
Begrijp me niet verkeerd, natuurlijk is het fijn als ouders hun kinderen even kwijt kunnen als zij bezig zijn met hun boodschappen, en zeker bij alleenstaande ouders lijkt me dat geen overbodige luxe, maar ik heb soms het idee dat doel en middel door elkaar worden gehaald. Dat idee krijg ik vooral in de Albert Heijn waar ik wekelijks onze boodschappen doe. Regelmatig zie ik daar ouders rondlopen die absoluut geen idee hebben waar hun kind uithangt, en een aantal kinderen zie ik dan ook rondhangen, in de weg lopen, rennen, krijgertje spelen en wat dies meer zij. De kinderen kan ik het niet verwijten: zij zijn gewoon kind, en daar hoef je niet zo heel veel tegen te doen. Maar de ouders zijn uiteraard wél verantwoordelijk om te zorgen dat hun kind zich gedraagt zoals dat in een winkel hoort.
Kinderen zijn belangrijk, en moeten alle ruimte krijgen om kind te zijn, maar net zo belangrijk is het om te leren dat er ook grenzen zijn aan wat je mag doen. Dat je niet teveel mag gillen in het openbaar. Dat je niet mag rennen bij een drukke straat. Dat je best mag vragen om iets lekkers, en ook wel even mag aanhouden, maar dat je niet mag zeuren en moet ophouden als dat gezegd wordt.
En dat is waar ouders de mist ingaan, in mijn ogen. Het lijkt er tegenwoordig op dat ouders opvoeden uit schuldgevoel. Ik heb jou de hele week niet gezien, dus ga ik in het weekend elke wens van je in vervulling laten gaan. Ik zie je maar één keer in de maand, dus ga ik geen ruzie met je maken en niets dat je zegt tegenspreken. Naast mijn drukke baan zie ik je maar twee uur per dag wakker, dus doe maar wat je wilt en zie maar wat er van komt. Op deze manier vergeten ouders dat de beste manier om een kind op te voeden, het vinden van de balans tussen vrijheid en inhouden is. Tussen kind zijn en je gedragen.
Ik kan niet garanderen dat ik en Judith perfecte opvoeders zijn, gelukkig kan niemand dat. We kunnen alleen hopen en voornemen ons stinkende best te doen. En soms zal Nummer Drie meegaan naar de Albert Heijn of achtergelaten worden in het ballenbad, al moet ze zich daar wel netjes gedragen. Niet alle plekken zijn geschikt voor kinderen, en als het kind er toch moet zijn, dan moeten ze zich gedragen zoals het hoort. Op alle andere plekken, en vooral thuis, moet een kind een kind zijn. Spelen, lachen, huilen, de knieën open vallen, een tand door de lip, een standje krijgen, zonder eten naar bed, bij papa op schoot, een verhaaltje voorgelezen worden door mama, alles wat erbij hoort.
(A)Ritme
Mijn logdichtheid is flink gekelderd de laatste weken. Niet dat er niets gebeurt, ik zou eerder het tegenovergestelde willen stellen. Ik kom gewoon niet toe aan schrijven over zaken omdat er veel te veel zaken zijn die er spelen.
Maar door al die zaken is mijn routine danig in de war geschopt, terwijl dat nou net hetgene is waarin ik floreer: een ritme.
Mijn sterrenbeeld is Waterman, wat (in tegenstelling tot een hoofdteken of een beweeglijk teken) een vast teken is, net als Stieren, Leeuwen en Schorpioenen. Dit betekent dat ik uitstekend floreer in een gedefinieerde omgeving, en het lastig vind om omgevingen te definiëren. Het makkelijkste leg ik het altijd uit door middel van muziek. Iedereen kent het ritme in de muziek. Op het ritme kun je dansen, en door het ritme kent de muziek een structuur waarbinnen gevarieerd kan worden. Hoofdtekens (Steenbok, Ram, Kreeft en Weegschaal) kunnen uitstekend ritmes verzinnen, veranderen, en van de ene maatsoort naar de andere springen. Vaste tekens zoals ik moet het ritme aangereikt worden, maar kunnen binnen dat ritme dan wel volledig uit hun dak gaan met variaties op dat thema. Beweeglijke tekens kunnen allebei, en zijn daarmee flexibel, maar hebben soms ook de neiging om het verkeerde moment uit te kiezen om hoofd- of vast te reageren.
Voor mij geldt dus dat ik de kat uit de boom moet kijken en mij tot die tijd wat verstoord en verstrooid gedraag. Terwijl als ik word geconfronteerd met een kat die al uit de boom is, ik mij daar prima en in no time in kan schikken. En aangezien Nummer Drie nog vrolijk in Judith’s buik zit, moet ik mij zo goed mogelijk voorbereiden, en proberen zoveel mogelijk in een ritme te blijven. Dat kost veel energie, dus blijft er weinig ruimte over voor introspectie, en dus voor logjes.
Goed, om het even op een rijtje te krijgen wat ik de afgelopen weken allemaal heb gedaan, Nummer Drie’s gewijs, een foto-overzicht:
Voor het nieuwe bed heb ik uit resthout nog even een nachtkastje in elkaar gedraaid. | ||
![]() |
Van het zelfde resthout (de pallets waar we al acht jaar op sliepen) heb ik een nieuw deksel gemaakt om onze waterput mee af te dekken. Het oude deksel lag al jarenlang weg te rotten en was een doorn in mijn oog. (oplettende lezertjes valt ook op dat er ook nog een bezoek aan de kapper tussendoor kon) |
|
![]() |
De nieuwe kinderwagen moest natuurlijk alvast in elkaar (ook al staat hij nu vreselijk in de weg), taakjes die altijd voor mij zijn weggelegd. | |
![]() |
De kozijnen voor en achter hadden nodig een verfbeurt nodig, en het leek mij verstandiger om dat klaar te hebben voordat Nummer Drie onze nachtrust komt verstoren. | |
![]() |
Helaas bleek aan de voorkant van ons huis de vensterbank voor een deel te zijn weggerot, om nog maar te zwijgen van het hele kozijn in onze achtergevel. Beide klussen moesten worden uitbesteed, wat betekent dat we binnenkort een nieuwe achtergevel rijker zijn, en enkele duizenden euro’s armer. | |
![]() |
Vorige week zijn we op jacht geweest voor wat kleinere babyspullen, en kwamen dus thuis met deze stoere zwarte box met nijntje-mobile. Uiteraard was het mijn taak om de box in elkaar te zetten. Had ik al eens verteld dat de rechter- en linkerhanden in ons huishouden erg oneerlijk zijn verdeeld? Ik heb de twee rechter- en Judith de twee linkerhanden, dus dit soort dingen worden meestal door mij uitgevoerd. | |
![]() |
Zoals ik vorige week al schreef heb ik mij ook nog een middagje beziggehouden met het herpositioneren van mijn stuiterbalcollectie en het testen van het badje van Nummer Drie op waterdichtheid. Als het badje niet helemaal vol zit lekt het overigens niet, gelukkig. | |
![]() |
Dit weekend heb ik het wat rustiger aan gedaan, maar ik kon het niet laten om de lampen op te hangen die we vorige week bij Ikea hadden gekocht. De groene lamp achterin gaan we (ik) trouwens weer weghalen. Nog een paar aanpassingen en de kamer van Nummer Drie is klaar. | |
![]() |
En ook de gordijnen die vrijdag eindelijk klaar waren kon ik niet laten om nog even op te hangen. | |
![]() |
Het vervangen van de lamellen in onze slaapkamer zou nogal kostbaar worden, dus besloten we om ze in te korten, en geel te verven. Aangezien het anderhalve dag duurt om te drogen, is dit een proces dat al enkele weken gaande is. Eens in de zoveel dagen neem ik zeven lamellen mee naar onze schuur om ze daar geel te verven met een spuitbus. Wordt vervolgd dus. | |
![]() |
Gelukkig heb ik tussendoor ook nog af en toe de tijd om mooie foto’s te maken |
Wonderwezen
Hoe is het mogelijk dat een kindje in een buik groeit? Wat heeft de natuur dat toch schitterend in elkaar gezet, dat 40 weken na een eisprong, met een interventie van een minuscule zaadcel, een kindje ter wereld komt, met microvingertjes, grote starende ogen, en een onbevangenheid waar je U tegen zegt, nee, waar je JIJ tegen zegt, of WAUW! Ik hoop die blik zoveel mogelijk te kunnen overnemen, mee te kunnen kijken met het wonderwezen, dezelfde naïeve blik op zaken te kunnen leggen, en daarmee mijn eigen cynische blik te kunnen afzwakken. Ook de onschuld wil ik overnemen, en beschermen uit alle macht. Laat mijn dochter onschuldig zijn zo lang als dat menselijk mogelijk is, laat haar vertrouwen hebben in mensen. Laat dat pas beschamen op het moment dat ze eraan toe is daarmee om te gaan, en zelfs het beschamen met een liefdevolle glimlach kunnen accepteren en relativeren. Laat haar zo laat mogelijk volwassen worden. Laat haar blik op en haar liefde voor de wereld om haar heen zo open zijn als de wereld zelf, zonder drempels, zonder deuren, zonder schotten.
Als ik haar hand straks beetpak voor een wandeling, dan geef ik haar bescherming en vertrouwen, en zij geeft mij onschuld en wat? Ze geeft mij het gevoel dat ik alles ben. De belangrijkste man in haar leven, in haar bestaan, ze geeft mij bestaansrecht, het gevoel dat zij niet zonder mij kan, en ik niet zonder haar. Ik verklaar haar nu al mijn onvoorwaardelijke liefde, en weet dat ook zij met haar ogen niets anders zal doen dan van mij houden. En ik zal mijn stinkende best doen haar liefde niet te beschamen.
En in mijn liefde voor dit wonderwezen zit ook mijn liefde voor dat andere wonderwezen in mijn leven verstopt. En ook dit wezen wens ik alle onschuld toe die er te vinden is, ik wens haar het vertrouwen toe dat zo lang op een laag pitje heeft moeten staan, de onbevangenheid die zo lang heeft moeten sluimeren en wachten, en die nu langzaam maar zeker, net zo hard als wonderwezen nummer Drie, groeit en bloeit en als een lentebloem straks zal ontpoppen en ons leven kei- en keihard zal omdraaien tot een wereld van wonderen en tedere zorgen.
NY3
En natuurlijk heeft ook Nummer Drie meegenoten. Regelmatig liet ze haar aanwezigheid merken aan Judith, hoewel we er nog niet achter zijn of ze nou schopt als ze het naar haar zin heeft of juist niet. In het vliegtuig terug heb ik haar (eindelijk) ook voor het eerst aan de buitenkant kunnen voelen. Voor het geval dat Nummer Drie het naar haar zin had in New York (en daar gaan we vanuit), hebben we een tweetal stuks herinneringskledij voor haar gekocht. De eerste voor de zomer (zonder mouwtjes) en de tweede, een paar maatjes groter voor in de winter. Roze natuurlijk, we konden het niet laten 🙂