Categoriearchief: Ik

Papamomenten

Vijf maanden lang loop ik voor het naar bed gaan naar Ida’s bedje toe, en geef haar een kusje. Ik luister (niet uit bezorgdheid, maar uit vertedering) naar haar hartje of naar haar ademhaling. Ik kijk hoe ze beweegt, of doodstil ligt, naar de houding die ze aannam toen ze in slaap viel (vaak met haar duimpje in haar mond), of die ze kreeg toen ze in haar slaap bewoog. Meestal komen er geen gedachten aan te pas, alleen een oneindig gevoel van liefde. Van tevredenheid, verwondering, trots, en heel af en toe een klein beetje zorgen. Hoe lang mag ik dit nog doen, mag ik nog genieten van dit soort momenten? Op haar 18e niet meer, dat staat vast, Op haar 16e, 14e niet meer, maar wanneer komt het keerpunt. Op welk moment is een vader die zijn affectie toont, en vol vertedering naar zijn dochter kijkt, gênant, en iets om te vermijden? Ach, we merken het wel, een grote zorg is het niet.

Andere vadermomenten: Ida de lucht in gooien (heeeel voorzichtig) en luisteren naar haar gekraai, gekke geluiden maken op haar buikje, haar de fles geven als ze al een beetje moe is, en haar gelukzalig in slaap zien vallen op je schoot. Ida krijgt heel soms een huilbui als ze zich te druk heeft gemaakt op het kinderdagverblijf en die ervaring moet verwerken. Ik ben dan alleen met haar thuis, en moet haar tegen me aan houden en strelen en op een geruststellende toon haar kalmeren. Als het lukt ben ik een gelukkig man, al is het moment zelf ook al een gelukservaring.

Gekke bekken trekken die niet de vaak voorkomende stoïcijnse ergens-anders-kijkende reactie krijgen (die óók vertederend is), maar een gulle lach veroorzaken. Kwijl over mijn handen als ik de wekelijkse worsteling met haar aanga om haar nageltjes te knippen. Het gevoel van triomf als ik haar poepluier heb verschoond zónder dat haar sokjes of voeten in de poep terechtkomen.

Zomaar een paar momenten uit het leven van een verse vader met een net zo vers kind. Uiteraard zijn er daarnaast ook nog gezinsmomenten: de zaterdag- en zondagochtenden waarin we met z’n drieën in bed liggen, de krant proberen te lezen, koffie drinken, tijdschriften verscheuren en opeten, ons verwonderen om onze dochter, proberen te kruipen, dwangmatig omrollen, gelukkig zijn door te kijken hoe ver we gekomen zijn in zo’n korte tijd en samen naar onze dochter kunnen kijken. Dat we twee jaar geleden nog omkwamen in wanhoop, en nu mogen delen in het grootste geluk dat er maar bestaat. Het leven is zo gek nog niet.

Pantheon

Eindelijk ben ik erachter hoe je het ouderschap kunt omschrijven. Van de één op de andere dag, weliswaar met een beetje voorbereiding (een maand of negen zo doorgaans), maar tijdens die voorbereiding wordt er nergens gewag gedaan van dat feit, word je gebombardeerd tot god. Samen, dat wel, dus als ouderpaar bevolk je gezamenlijk een tweeledig pantheon.

Het scheppingsaspect is natuurlijk evident, maar voor een kind zijn zijn, of haar, ouders goden. Ze zorgen dat er op miraculeuze wijze eten op tafel komt (of in Ida’s geval in de fles), ze zorgen voor al het materiële en immateriële dat in hun wereld aanwezig is, ze bepalen wat goed en wat kwaad is, en stellen de regels vast wat er moet gebeuren en wat niet, als het nodig is straffen ze, onmiddellijk of tezijnertijd. Daarnaast weten ze alles, kunnen ze alles, zijn ze onfeilbaar, de belichaming van alles wat goed is, onaantastbaar, bezitters van een onuitputtelijk geduld en vergevingsgezindheid.

Natuurlijk, dat beeld vermindert in de loop der jaren, als het goed is komend tot een apotheose en Nietsche-achtige verwerpingen in de puberteit, maar tot die tijd moeten zowel ouder als kind er mee leven dat dit de verhouding is die gelegd is, en het is een bekend feit dat dat bij beide partijen nog wel eens tot conflicten kan leiden. De ouder kan moeite hebben met deze deificatie (want noblesse oblige) en de neiging hebben deze te relativeren (‘papa weet echt niet alles’). Hierdoor kan een kind uiterst in verwarring raken, want de realiteit is een harde leermeester. Maar ook het kind kan eigenhandig tot inzichten komen die het godsbeeld doen wankelen. Het ontdekken dat Sinterklaas niet bestaat is een bekend voorbeeld, omdat dit een moment is dat een kind beseft dat hij al die tijd voor de gek is gehouden door zijn ouders, wat in sommige gevallen kan leiden tot een vertrouwensbreuk. Meestal gelukkig blijkt hieruit de totale flexibiliteit van kinderen, want het is erg moeilijk om papagod en mamagod van hun troon te stoten. Zelfs mishandelende, alcoholistische, schreeuwende en carnavalvierende ouders zullen het bijzonder bont moeten maken, willen ze adoratie van hun kind kwijtraken. Let wel, naarmate het kind ouder wordt, wordt de kans hierop groter.

Als nieuwbakken godheid word je je bewuster van hoe jij zelf tegen je ouders hebt aangekeken. Je kijkt voor zover dat gaat in de onbetrouwbare wereld van de menselijke herinnering terug op jouw blik op je ouders, en hoe zij dingen oplosten en aanpakten, en merkt dan dat je meer van ze hebt overgenomen dan je ooit voor mogelijk had gehouden. En je beseft je daarnaast dat ook jouw kroost zaken van je gaat overnemen, de goede en de slechte kanten. En dat je hoog of laag kunt springen, maar het is onmogelijk om dit proces tegen te gaan: jouw kind wordt een kopie van jou, in je evenbeeld geschapen, en daarnaast zo ontzettend zichzelf. En dus ben je je bewust van het feit dat ook jij een kopie bent. Een kopie van je ouders, maar ook van hún godenhuis, je grootouders, en zo generaties terug. En met dat besef komen twee inzichten: je ouders hebben het over het algemeen behoorlijk goed gedaan allemaal, al laat elke ouder regelmatig steekjes vallen, en indirect komt die trots die je tijdens dit spiegelende besef ondervindt dus linea recta bij jezelf terecht.

Met andere woorden: ik ben trots op mijn ouders, hoe ze mij hebben opgevoed, mij vrijheid hebben gegeven om te groeien en structuur en grenzen om mij daarin niet te laten verdwalen, en ik hoop dat ik alle goede dingen die ik van ze heb geleerd ook kan en mag doorgeven aan mijn kleine Ida. Ik zie ook zoveel goede dingen in de opvoeding van Judith en hoe zij die meeneemt in haar ideeën over opvoeding en houding tegenover Ida, en ik ben daardoor ongelooflijk trots op onszelf dat wij tot nu toe prima ouders blijken. We houden van Ida, we geven haar liefde en aandacht, maken ons niet teveel zorgen dat we haar verstikken en niet te weinig dat we haar negeren en ik heb het idee dat misschien de titel god wat overdreven is, maar liefhebbende ouders zeker geen onware bewering zou zijn

Ach, het hele godsverhaal is misschien een tikje overdreven, maar denk hier maar eens over na: wie gaf in het verleden de koningen en koninginnen hun status en positie?

Dad!

Getipt door Wenz, besteld op Etsy en vorige week gearriveerd met de post: mijn nieuwe T-shirt, met bijbehorende dochter. (die laatste kwam met een aparte zending, vandaag precies twee maanden geleden!)

Geluk

vragenlijstZo nu en dan vul ik een online vragenlijst in. Het is meestal stomvervelend, maar er bestaat een kansje dat je er iets mee wint, en ik vind het belangrijk dat er ook leden van de niet-mainstream zijn die hieraan meedoen. Eergisteren kreeg ik er weer eentje toegestuurd, en tot mijn grote interesse ging deze over geluk: een boeiend onderwerp en voor mij zeer actueel de laatste tijd.

"Welke commerciële producten associeert u met geluk?" was de eerste inhoudelijke vraag die gesteld werd. Een open vraag, waarin ik mocht invullen wat ik maar wilde. Wat een fascinerende vraag. Ten eerste omdat ik natuurlijk geen enkel commercieel product kan verbinden met geluk. Producten zijn dingen waarvan je geniet, of nuttigt, of gebruikt, maar een geluksgevoel verbind je niet met een product, hoogstens met een gebeurtenis, en dan vaak verbonden met een bepaald persoon. Maar het meest fascinerende vond ik dat er daadwerkelijk reclamemakers zijn die hun product via hun uitingen verbinden met geluk. Door beelden, muziek, geluid van gelukkige momenten te verbinden met een product, geef je mensen het idee dat het nuttigen van dat product een geluksgevoel teweeg brengt. Wat een walgelijk, kortzichtig en misleidend idee. En helaas blijkt een dergelijke aanpak maar al te goed te werken.

geluk-is-een-richtingIk ben erg bezig met invloeden uit de reclame de laatste tijd. Niet dat ik er zelf zoveel last van heb, behalve ergernis over de oppervlakkigheid en de effectieve gewiekstheid die reclame nu eenmaal hanteert, maar vooral omdat ik over een jaar of twee à drie in de opvoeding te maken zal hebben met reclame. Reclame zal full force gelanceerd worden op mij en Judith, want ouders met kinderen zijn een gigantische doelgroep in de commerciële wereld. Kids Sell, en niet zo’n beetje ook.

En hoe verstandig je als ouders ook bent, door je kind zo min mogelijk TV te laten kijken, niet naar McDonald’s te gaan, niet of weinig te gaan winkelen met een kind, weinig internet en alleen onder toezicht, enzovoorts, zal een kind in zijn klas of op het dagverblijf toch in aanraking komen met kinderen die wel onder invloed staan van de commercie, en dus elke week een andere speelgoedtrend volgen, de zoveelste incarnatie van Spongebob, Bob de Bouwer, kabouter Plop en K3. Het liefste houd ik mijn kind er zo ver mogelijk bij vandaan, maar ik wil ook geen hardvochtige opvoeder worden met een dochter die hoe langer hoe meer vervreemd raakt van haar omgeving. Moeilijke dilemma’s, en pas te tackelen als je daadwerkelijk voor de situatie staat.

hand babyVoorlopig zal ik de opvoeding daarom maar opbouwen uit momenten van intens geluk. Zoals ik bij één van de laatste vragen invulde (‘Welke momenten zijn voor u geluksmomenten?’): ’s ochtends kijken naar mijn geliefde die nog slaapt, zachtjes over haar zwangere buik aaien en je kind voelen woelen, in een flow raken tijdens het sporten en de muziek in je oren intenser beleven dan ooit tevoren, op vakantie op een bergtop staan, het dal onder je zien uitstrekken en je bewust zijn van de uitgestrektheid en zielverdovende pracht van de natuur, een begeleidingsgesprek met een stagiair waarin je een belangrijk kwartje ziet vallen.

Wat ik niet invulde, maar binnen afzienbare tijd wel verwacht, zijn deze geluksmomenten: mijn dochter haar vingers om de mijne te zien grijpen, de blik van volledig vertrouwen te zien in haar ogen als ze in bad gaat, mijn dochter in bed te zien slapen, mijn dochter in de armen van de liefde van mijn leven in slaap zien vallen, haar eerste glimlach, woordje, bewustzijn van de controle die ze op haar lijf heeft, schijnbare focus op één van haar ouders, de eerste keer papa zeggen. De zorgen komen later wel.

(A)Ritme

Mijn logdichtheid is flink gekelderd de laatste weken. Niet dat er niets gebeurt, ik zou eerder het tegenovergestelde willen stellen. Ik kom gewoon niet toe aan schrijven over zaken omdat er veel te veel zaken zijn die er spelen.

Maar door al die zaken is mijn routine danig in de war geschopt, terwijl dat nou net hetgene is waarin ik floreer: een ritme.

Mijn sterrenbeeld is Waterman, wat (in tegenstelling tot een hoofdteken of een beweeglijk teken) een vast teken is, net als Stieren, Leeuwen en Schorpioenen. Dit betekent dat ik uitstekend floreer in een gedefinieerde omgeving, en het lastig vind om omgevingen te definiëren. Het makkelijkste leg ik het altijd uit door middel van muziek. Iedereen kent het ritme in de muziek. Op het ritme kun je dansen, en door het ritme kent de muziek een structuur waarbinnen gevarieerd kan worden. Hoofdtekens (Steenbok, Ram, Kreeft en Weegschaal) kunnen uitstekend ritmes verzinnen, veranderen, en van de ene maatsoort naar de andere springen. Vaste tekens zoals ik moet het ritme aangereikt worden, maar kunnen binnen dat ritme dan wel volledig uit hun dak gaan met variaties op dat thema. Beweeglijke tekens kunnen allebei, en zijn daarmee flexibel, maar hebben soms ook de neiging om het verkeerde moment uit te kiezen om hoofd- of vast te reageren.

Voor mij geldt dus dat ik de kat uit de boom moet kijken en mij tot die tijd wat verstoord en verstrooid gedraag. Terwijl als ik word geconfronteerd met een kat die al uit de boom is, ik mij daar prima en in no time in kan schikken. En aangezien Nummer Drie nog vrolijk in Judith’s buik zit, moet ik mij zo goed mogelijk voorbereiden, en proberen zoveel mogelijk in een ritme te blijven. Dat kost veel energie, dus blijft er weinig ruimte over voor introspectie, en dus voor logjes.

Goed, om het even op een rijtje te krijgen wat ik de afgelopen weken allemaal heb gedaan, Nummer Drie’s gewijs, een foto-overzicht:

Nachtkastje

Voor het nieuwe bed heb ik uit resthout nog even een nachtkastje in elkaar gedraaid.
Putdeksel Van het zelfde resthout (de pallets waar we al acht jaar op sliepen) heb ik een nieuw deksel gemaakt om onze waterput mee af te dekken. Het oude deksel lag al jarenlang weg te rotten en was een doorn in mijn oog.
(oplettende lezertjes valt ook op dat er ook nog een bezoek aan de kapper tussendoor kon)
Kinderwagen De nieuwe kinderwagen moest natuurlijk alvast in elkaar (ook al staat hij nu vreselijk in de weg), taakjes die altijd voor mij zijn weggelegd.
Schilderwerk De kozijnen voor en achter hadden nodig een verfbeurt nodig, en het leek mij verstandiger om dat klaar te hebben voordat Nummer Drie onze nachtrust komt verstoren.
Houtrot Helaas bleek aan de voorkant van ons huis de vensterbank voor een deel te zijn weggerot, om nog maar te zwijgen van het hele kozijn in onze achtergevel. Beide klussen moesten worden uitbesteed, wat betekent dat we binnenkort een nieuwe achtergevel rijker zijn, en enkele duizenden euro’s armer.
Box Vorige week zijn we op jacht geweest voor wat kleinere babyspullen, en kwamen dus thuis met deze stoere zwarte box met nijntje-mobile. Uiteraard was het mijn taak om de box in elkaar te zetten. Had ik al eens verteld dat de rechter- en linkerhanden in ons huishouden erg oneerlijk zijn verdeeld? Ik heb de twee rechter- en Judith de twee linkerhanden, dus dit soort dingen worden meestal door mij uitgevoerd.
Stuiterballenbad Zoals ik vorige week al schreef heb ik mij ook nog een middagje beziggehouden met het herpositioneren van mijn stuiterbalcollectie en het testen van het badje van Nummer Drie op waterdichtheid. Als het badje niet helemaal vol zit lekt het overigens niet, gelukkig.
Tussenstadium kamer Nummer Drie Dit weekend heb ik het wat rustiger aan gedaan, maar ik kon het niet laten om de lampen op te hangen die we vorige week bij Ikea hadden gekocht. De groene lamp achterin gaan we (ik) trouwens weer weghalen. Nog een paar aanpassingen en de kamer van Nummer Drie is klaar.
Nieuwe Gordijnen En ook de gordijnen die vrijdag eindelijk klaar waren kon ik niet laten om nog even op te hangen.
Tussenstadium lamellen Het vervangen van de lamellen in onze slaapkamer zou nogal kostbaar worden, dus besloten we om ze in te korten, en geel te verven. Aangezien het anderhalve dag duurt om te drogen, is dit een proces dat al enkele weken gaande is. Eens in de zoveel dagen neem ik zeven lamellen mee naar onze schuur om ze daar geel te verven met een spuitbus. Wordt vervolgd dus.
Zonsondergang Gelukkig heb ik tussendoor ook nog af en toe de tijd om mooie foto’s te maken

Jezus…

… blies naar verluid zijn laatste adem uit op zijn 33e. Ik heb die leeftijd sinds vandaag bereikt, en hoop nog een stuk langer te mogen ademen. Mijn moeder bracht vandaag dit briefje voor mij mee, dat mijn oma 22 jaar geleden schreef voor mijn verjaardag.

briefje

Zoals dat gaat, zou ik niet meer weten of ik het (gebeden-)boekje nog ergens heb, en waarschijnlijk heb ik er een tijdje trouw uit gelezen, maar is dat versloft, net als mijn geloof dat ik op gegeven moment ook heb laten varen. Al heb ik wel het gevoel dat bepaalde waarden die ik hanteer afkomstig zijn uit mijn opvoeding en datzelfde geloof. Grootouders en ouders willen hun nageslacht van alles meegeven, maar slechts een deel ervan blijft hangen.

Net als mijn vader, die in het jaar dat ik geboren werd ook 33 werd, hoop ik mijn kind foutloos op te voeden. Dat is een (onhaalbaar maar strevenswaardig) ideaal, maar ik hoop wel dat ik haar alle goeds kan meegeven dat mijn vader mij heeft meegegeven. Dan moet ze toch een heel eind komen, dunkt me. Minstens 33 jaar.

New York City

liberty2Do you remember the first kiss?
Stars shooting across the sky
To come to such a place as this
You never left my mind

In 2000 kwam het album Stories from the City, Stories from the Sea uit.PJ Harvey bezong op dit album de tijd dat zij in de stad New Yorkwoonde. Zoals de titel al verklaart in de vorm van 12 verhalen overliefde, angst, eenzaamheid en verlangen in de grootste stad die deWesterse wereld rijk is.

I’m watching from the wall
As in the streets we fight
This world all gone to war
All I need is you tonight

Al sinds 1999 wil ik met Judith naar New York. Voor die tijd taalde ik niet naar die stad, ik had genoeg aan de beelden in films, de teksten in liederen, de plaats van New York in ieders collectief bewustzijn, maar sinds 1999 wil ik de stad zien die Judith de hare noemt. Judith is hier eerder geweest, en voelde zich er meteen thuis. Ook astrologisch schijnt dit de stad voor haar te zijn, reden te meer voor mij om nieuwsgierig te zijn.

And I draw a line
To your heart today
To your heart from mine
A line to keep us safe

De beelden van New York zoals ik die in mijn hoofd heb, komen verrassend overeen met de beelden zoals ik die van Judith heb. New York is snel, New York is overweldigend, in New York bestaat er geen middenweg, compromisloos, óf liefde óf haat en dus, in mijn geval, onovertroffen liefde, een liefde die dieper gaat dan wat ook, een onuitputtelijke nieuwsgierigheid, het gevoel dat je alles kan, grenzeloosheid. Alles.

All through the rising sun
All through the circling years
You were the only one
Who could have brought me here

Ik kan niet zeggen of mijn beeld van New York overeenkomt met de werkelijkheid, dat gaan we zien vanaf 24 december aanstaande, maar Judith, ik en in de buik Nummer Drie gaan haar bezoeken, die stad van Lou Reed, van Frank Sinatra, van Andy Warhol, van Carrie Bradshaw, van Al Capone en Woody Allen. De stad die nooit slaapt en vooral de stad die nooit, maar dan ook nooit ook maar hoeft te proberen iets anders te zijn. New Judith.

And I draw a line
To your heart today
To your heart from mine
A line to keep us safe

1% Eeuw

(en weer een cijferlog 🙂 )
Vandaag is het een jaar geleden dat ik mijn eerste blog schreef. Toen nog een onzekere stap, omdat ik niet wist waarover ik allemaal zou kunnen bloggen. Zoals dat gaat op de digitale snelweg is ook een eerste weblog een relatief begrip, omdat ik af en toe op mijn hyves ook blogde (die blogs heb ik allemaal geïncorporeerd in dit weblog). En daarvoor had ik het verhaal over mijn beleving van de borstkanker van Judith al op Judith’s website geplaatst die we voor dit doel hadden opgezet.Dus ja, waar begint een weblog, en waar eindigt het?

Ik kan nu in ieder geval een beter antwoord geven over waar mijn web-log over gaat:
– Over mijn beleving van de borstkanker van Judith
– Over mijn eigen verwerking van de periode van borstkanker
– Over mijn beleving van de zwangerschap van Judith (sinds 14,5 weken alweer 🙂 )
– Over mijn muziekvoorkeuren
– Over mijn werk
– Over zaken in de media die me bezighouden
– Over mijn interesses als tarot, astrologie, kunst, wetenschap, geschiedenis en films
– En over dingen die ik dagelijks meemaak

Dit heeft geresulteerd in 102 berichten, waarvan er 19 ongepubliceerd, en 448 reacties, waarvan er 64 van mijzelf zijn, dus eigenlijk 384 in totaal, ietsjes meer dan 1 per dag gemiddeld, maar de reacties zijn eigenlijk pas vanaf 15 februari losgebarsten (de eerste reactie op mijn web-log die níet van Judith afkomstig was).

Een populariteitswedstrijd zal en wil ik niet winnen met mijn weblog. In eerste instantie schrijf ik dit voor mijzelf, en ik vind het leuk en zeer bemoedigend als andere mensen er plezier, inzichten, nieuwe ideeën of wellicht ergernis uit putten.

Sinds mijn entree in weblogland ben ik in aanraking gekomen met ontzettend veel leuke, interessante, prikkelende, ergerniswekkende, boeiende en de meeste ontzettend goed geschreven weblogs, en ik ben dan ook dolblij dat ik al die mensen achter de weblog voor een stukje heb leren kennen. Voor jullie allemaal: bedankt voor het inkijkje in jullie hoofd, en ik beloof bij deze om nog een poosje door te gaan met mijn log.

En in plaats van een plaatje van een filmpje over een taart!

De Jacht

jagerAl sinds jaar en dag ben ik verantwoordelijk voor wat er op tafel komt in huize Judith en Jaco. Al bij onze eerste echte afspraakje werd duidelijk dat als er al iemand een troonopvolger in de keuken zou zijn, dat ik die titel verdiende. Koken is nooit een hobby geweest van Judith, al moet ik zeggen dat áls ze kookt, dat ze dan een aantal heerlijke gerechten op tafel weet te zetten.

Maar de keuken, dat is mijn domein. Zelfs toen ik tijdens mijn instorting vorig jaar een tijdlang wat verantwoordelijkheden moest afschuiven, en Judith die van mij overnam, had ik grootse moeite om mij niet te bemoeien met wat er in de keuken plaatsvond. Eens in de zoveel tijd maken we halfhartige afspraken dat Judith ook weer eens in de week kookt, maar ik moet toegeven dat onze manieren van boodschappen doen en koken nogal onhandig op elkaar aansluiten en lastig compatible zijn. Judith doet graag de dag zelf boodschappen en bedenkt dus ook de dag zelf wat we gaan eten, en ik plan een week vooruit en doe een flinke hoeveelheid boodschappen op de zaterdag. Vandaar dat we vervolgens in  korte tijd weer in ons oude patroon vervallen: ik doe de boodschappen en kook, en Judith doet de was.

boodschappen Indirect betekent dit ook dat ik min of meer verantwoordelijk ben voor ons huishoudbudget, en dat is een lastige. Beheer van geld is nooit mijn sterkste punt geweest, hoewel ik door Judith’s invloed op dit gebied een stuk verantwoordelijker ben dan voordat ik haar ontmoette. Toen ik in april/mei dit jaar dan ook een structureel tekort voorzag op onze gezamenlijke rekening, heb ik de gewoonte aangemeten de boodschappen binnen een weekbudget te passen. Niet dat dat altijd even goed ging, maar het hielp wel om de uitgaven binnen de perken te houden.

Judith’s zwangerschap heeft hier echter een flinke kink in de kabel gebracht Ten eerste eet Judith nagenoeg twee keer de normale hoeveelheid, en heeft ze zo ongeveer de hele dag honger (al is het de laatste tijd aan het afnemen). En in de tweede plaats is haar smaak nu wat exclusiever. Niet dat ze last heeft van de gebruikelijke zwangerschapscravings, maar het is hard werken om te zorgen dat ze een week lang altijd alles kan eten waar ze op dat moment behoefte aan heeft. Aan het budget dat ik in mei had ingevoerd, heb ik mij nu al twee maanden bij lange na niet weten te houden.

jager2Hier ligt dus de tweede ‘mannenzwangerschap’. Naast het organiseren van kokend water, ben ik verantwoordelijk voor de jacht, en word ik er zonodig op uit gestuurd (niet expliciet, en zelfs niet impliciet door Judith, maar door mijn eigen instinctieve verantwoordelijkheidsgevoel) om vers fruit, Snelle Jelle’s, Goedemorgen! Drinkontbijten en afbakpistoletjes in huis te halen. Ik word er trouwens ruim om beloond, en zal er in mei ook zeker de vruchten van plukken. Dat scheelt dan weer wat vers fruit.