Tot 14 juli, mijn laatste werkdag, liep mijn hoofd behoorlijk om. Een nieuwe baan in het verschiet, het (opeens) schrijven van een overdracht aan mijn opvolgers op de scholen, het afronden van al mijn werkzaamheden, het voorbereiden op een cursus coachingsvaardigheden die ik tussen neus en lippen ook had gepland, en tot overmaat van ramp zag ik door de bomen het bos niet meer wat betreft alle voorbereidingen voor de komst van Nummer Vier.
Dat zit zo: op 1 september begin ik met mijn nieuwe baan, en net als ik na een maand een beetje ben ingewerkt en ingelezen, begint de stressvolle tijd van het wachten op de verlossing van Judith en Nummer Vier. Het leek mij dus nogal wiedes dat alle voorbereidingen uiterlijk 31 augustus afgerond zouden zijn. Die voorbereidingen bestaan onder andere uit het babyfähig maken van onze studeerkamer, en dus het boekenfähig maken van onze woonkamer, het behangen en het verbouwen van allerhande muren en andere zaken, het kopen van kleedjes, commodes, rompertjes en spenen, en het in de tussentijd trachten te ontlasten van mijn zwangere echtgenote en het geven van de nodige ontwikkelingsruimte aan mijn 14 maanden oude dochter. En de aanschaf van een nieuwe auto, want ons Peugeot 206-je bleek op veel terreinen niet te voldoen aan de eisen van een modern gezin met twee kinderen onder de vier, waaronder het ontbreken van voldoende bergruimte, een vierde en vijfde deur en een airco.
En zoals mijn hoofd dan werkt, focuste ik mijn aandacht volledig op de aanschaf van die auto, en raakte ik behoorlijk geobsedeerd door die zoektocht. Iets waar mijn zwangere, en nagenoeg oververmoeide echtgenote niet echt op zat te wachten, wat ze me subtiel wist mee te delen. Met moeite lukte het mij dan uiteindelijk ook om mijn obsessie de kiem in te smoren, maar toen wij vorige week terug kwamen van ons weekje Veluwe, ging ik toch nog even kijken op de sites van de garages die ik in de gaten hield, en ik zag dat één van de auto’s waarop mijn oog was gevallen aantrekkelijk in prijs was gedaald. Maandag reden Judith, Ida en ik dan ook naar deze garage, alwaar we mede dankzij de proefrit en een aantrekkelijke inruilprijs voor onze gehavende 206 de trotse eigenaren werden van een negen jaar oude Renault Scénic met ietsjes meer dan 100.00 km op de teller.
Vandaag mochten wij hem ophalen, en onze Peugeot met toch wat melancholie achterlaten. Diezelfde Peugeot liet zijn uitlaat op straat vallen toen we hem net een week hadden, bracht een dik jaar geleden Judith naar het ziekenhuis en Ida terug naar huis, en reed in januari frontaal in op een SUV, dus ik moest toch wel een brokje wegslikken. Maar onze nieuwe bolide is een heerlijke, appelgroene aanwinst. Ida heeft een prachtig uitzicht op de weg en de lucht (dubbel zonnedak!) en kan zonder geklauter en hoofdgestoot in haar zitje worden gezet, de temperatuur in de auto is heerlijk koel te krijgen en we hebben duizenden vakjes en liters aan ruimte voor al onze (kinder)spulletjes op weg naar grootouders of vakantiebestemmingen. En wat nog meer is: ik heb een comfortabele auto om mijn nieuwe, mobiele beroep in uit te oefenen. Wij zijn helemaal in onze nopjes met onze eerste grote-mensen-auto!